Sing on sing singon...:Lente concert 18-mei-2014 Lutherse Kerk in Nijmegen

Lied Vrije vertaling van Wim en Ivo

1. Drie liederen van Mendelssohn

Entflieh mit mir
Kom, vlucht met mij en wees mijn vrouw en rust maar uit hier aan mijn hart.. Laat daar ver weg   mijn hart jou tot vaderland en vaderhuis zijn. En ga je niet mee, dan sterf ik hier en jij bent eenzaam en alleen. En blijf je ook in het vaderhuis, is het toch alsof je in den vreemde bent.
Es fiel ein Reif in der Frühlingsnacht
Een druppel viel in de voorjaarsnacht op de bonte blauwe bloemetjes. Ze zijn verwelkt en verdord.
Een jongeling had een meisje lief. Ze vluchtten heimelijk weg van huis. Vader wist het niet en moeder wist het niet. Ze zijn heen en weer getrokken, maar gelukkig werden ze niet. Ze zijn gestorven en vergaan.
Auf ihrem Grab
Op haar graf daar staat een linde, waar vogels in fluiten in de avondwind. En onder die boom op het groene plein zit de
molenaarsknecht met zijn liefje.
De winden waaien zo stil en zo naar. De babbelende minnaars zeggen geen woord meer. Ze huilen en weten zelf niet waarom..


2. Costeley, Adieu monde

Adieu, monde, puisqu'en toi

Vaarwel wereld, omdat er in jou slechts overmaat en wrok is. Vaarwel je verborgen opvattingen die draaien als het fortuin. Vaarwel je bijtende lachjes en huichelachtige tranen. Vaarwel je gekunstelde geschriften en je valse geruchten.
Vaarwel je geveinsde hart, hooghartig en wispelturig, dat steeds minder vervuld wordt, zo onverzadigbaar is het. Vaarwel je gehuil dat zich te buiten gaat. Vaarwel het slaapverwekkend gezang.
Vaarwel je verscheidenheid, je geredeneer, je ongelijkmatigheid. Vaarwel je gelukzaligheid die altijd in evenwicht is. Vaarwel je hooghartig geklets, waar alleen de onnozelaar op vertrouwt. En om mij rust te geven, behoede god mij voor de minachting van de wereld.


3. Costeley, La terre les eaux va buvant

La terre les eaux va buvant

De aarde gaat terwijl ze het water drinkt. De boom drinkt van haar door zijn wortels. De wijde zee drinkt de wind en de zon drinkt de zeeën. De zon wordt door de maan gedronken. Alles drinkt, van hoog tot laag. Als we deze algemene regel volgen, waarom zouden wij dan niet drinken?


4. Costeley, Mignonne

Mignonne

Liefje, laten we gaan kijken of de roos, die vanmorgen haar purperen kleed aan de zon vertoond heeft, nu niet al, tegen de avond, de vouwen van haar purperen kleed verloren heeft. en haar kleur die gelijk was aan de jouwe, Ach, zie in hoe kort tijdsbestek, m'n lief, zij op deze plaats, ach ach, zich haar schoonheid heeft laten ontvallen. O, werkelijk wrede natuur! Zo'n bloem leeft niet langer dan van de ochtend tot de avond. Dus, als je me gelooft, m'n lief, pluk, pluk je jeugd, zolang je leeftijd nog in bloei staat in zijn frisse nieuwigheid. Zoals bij deze bloem zal de ouderdom je schoonheid doen vervagen.


5. Purcell, If music be the food of love

If music be the food of love
Als muziek de spijs der liefde is, zing dan maar door tot ik vervuld van vreugde ben. Want dan, mijn luisterende ziel, kom je in beweging van geneugten die nooit kunnen vervelen. Je ogen, je glimlach, je tong, verkondigen dat jij, muziek, alom aanwezig bent. Geneugten melden zich aan oog en oor. De vervoering is zo hevig dat ze haast verwondt en al mijn zinnen worden verwend met iets dat slechts geluid is. Ik zal nog eens omkomen in jouw charme, als je mij niet beschermt in je armen.


6. Purcell, Thou knowest, Lord

Thou knowest, lord, the secrets of our hearts
Gij, heer, kent de geheimen van ons hart. Houdt uw barmharige oren niet gesloten voor onze gebeden, maar spaar ons, allerheiligste heer, oh god, o almachtige god, o heilige en zeer genadige redder, gij waardigste rechter in eeuwigheid. Laat ons in ons laatste uur niet zozeer lijden, dat wij in onze doodstrijd u afvallig worden. Amen.


7. Desprez, In te domine speravi In te, domine, speravi
In u, heer, stelde ik mijn hoop om eeuwige troost te vinden. Maar ik bevond mij in een nare.duistere hel, en mijn lijden was vergeefs. Al mijn hoop is verpletterd en in de wind vervlogen. Schreiend sla ik mijn blik ten hemel. Van mijn hoop zijn slechts gezucht en tranen over. Ik werd gekwetst, maar in mijn kommervolle toestand richtte ik mij tot u.. In u, heer, stelde ik mijn hoop.


8. Morley. April is in my mistress' face

April is in my mistriss' face
In het gezicht van mijn gebiedster zie ik april en in haar ogen is nog plaats voor Juli. Maar in haar boezem is het al september, en in haar hart, haar hart heerst de kou van december.


9. Gibbons, The silver swan

The silver swan
De zilveren zwaan, die haar leven lang nooit had gezongen, opende bij het naderen van de dood haar zwijgzame keel. Ze Steunde met haar borst tegen de rietachtige oever en zong haar eerste zang, die ook haar laatste was. Vaarwel alle vreugden. O dood, kom, sluit mijn ogen. Meer ganzen zijn er in onze tijd dan zwanen, meer dwazen dan wijzen.


10. Parry, Music when soft voices die

Een meisje uit het noorden was naar Londen gekomen, hoewel dat helamaal niet bij haar paste. Zij weende en zuchtte en riep vol verdriet: ik wou dat ik weer terug in het noorden kon zijn. Want de eik en de es en de kleurige klimop, die bloeien zo mooi in mijn eigen streek. Ik denk maar vol spijt aan mijn geboortestreek, waar jongens en meisjes het hooi binnenhalen, de klokken vrolijk luiden en de vogels zoet zingen en de meisjes in het weiland zo plezierig zijn. Ze mogen hier wel praten over parken waar iedereen flaneert, maar ik zie hier niks van mijn groene Westmoreland, waar wij allemaal dansten van 's morgens tot 's avonds. Ik zou hier makkelijk aan de man kunnen komen, zat minnaars kunnen krijgen, maar degene met wie ik trouw, moet uit het noorden stammen, en mij terugbrengen naar mijn geliefde het noorden.


11. Barnby, Sweet and low

Zoet en zacht komen de zeewinden uit het westen over de rollende wateren. Kom van de stervende maan en blaas, blaas hem weer naar mij toe, terwijl mijn kleintje, mijn lieverdje slaapt.
Slaap maar stil, slaap maar stil, vader komt zo naar je toe. Rust, rust maar aan moeders borst, vader komt gauw naar je toe, vader is gauw weer terug bij zijn schat. Zilveren zeilen helemaal uit het westen, onder de zilveren maan, slaap maar kleintje, slaap maar kindjelief, slaap.


12. Pearsall, Who shall have my lady fair

Ginds gaat de zon afscheid nemen en de vermoeide dag legt zich te rusten. In het diepe meer weerspiegelen zich de treurwilgen, En ik krijg mijn liefste niet te zien. Oh tranenvloed barst los. Treurig ruisen zacht de wilgen. In de wind daar trilt het riet. En jij,verte, straalt licht en troostend naar binnen in mijn stil en diep verdriet, zoals de avondster haar licht werpt in de rietkraag en de weiden.

13. Mendelssohn, Abschied vom Walde

O dalen breed, o hoogten, o woud zo prachtig groen, waar ik mijn leven lang zo graag verbleef.  Daar buiten raast de wereld die zich altijd laat bedriegen. Laat nog een keer je groene bladerdek mij tot tent zijn.
In het woud staat een behartenswaardige woorden geschreven over liefde en oprecht leven. Die simpele en waarachtige woorden heb ik trouw gelezen. En tot diep in mijn wezen werd het onuitsprekelijk duidelijk.
Weldra ga ik je verlaten, als vreemdeling den vreemde in, het schouwspel van het leven aanschouwen  in straten vol rumoer. En midden in het leven zal jouw machtige ernst mij in mijn eenzaamheid verheffen, zo dat mijn hart niet verdort.






Dirigent: Joke van Wanroij en Ivo Postma , opname Wim van Bon, website: Frank Visser

koor MalleMuze in aktieLutherse kerk 1929